Etiquette voor eventmanagers - Etiquette op events (deel 5)

In deze laatste aflevering van onze minireeks, Etiquette voor eventmanagers, leer je alles, wat jij als organisator moet weten over etiquette op feesten en evenementen.

Kevin Van der Straeten
Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.nl? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

In deze laatste aflevering van onze minireeks, Etiquette voor eventmanagers, leer je alles, wat jij als organisator moet weten over etiquette op feesten en evenementen.

 

Dag Vincent.

 

Hallo.

 

In de laatste aflevering van deze minireeks over etiquette, gaan we het hebben over etiquette, specifiek voor feesten en evenementen.

 

Ja.

 

Waar denk jij dan, bijvoorbeeld, aan?

 

Wel, ik denk eraan, bijvoorbeeld: u zit aan een tafel. En bij evenementen kunnen tafels al een keer groter zijn dan normaal.

Wanneer begin je dan te eten? Dat is een vraag die wij veel krijgen. Wel, stel nu, bijvoorbeeld, u zit een beetje naar het uiteinde van een lange tafel. En daar zitten twintig personen. Wachten we dan tot heel de tafel bediend is? Wel, eigenlijk niet. Want dan is ons eten koud en dat is jammer.

Nu, er zijn bepaalde situaties. Ten eerste, de gastheer of gastvrouw kan zeggen: begint u alvast. En dan begint u. Dat kan ook de maître d'hôtel zijn.

Of, waar we voor gaan zorgen, is dat, op z'n minst, de persoon recht voor ons en links van ons, bediend is. Dus, eigenlijk, een beetje en bloc. Dus, als die blok bediend is, dan kunnen we eigenlijk beginnen. En dan schuift die blok zo wat op. Dat kan perfect.

Spreken we nu over een tafel van acht à tien personen, dan wachten we uiteraard.

 

En in principe is de regel, zoals je in vorige afleveringen al aangaf, we wachten tot de gastheer start.

 

Op de voorwaarde dat de gastheer aan onze tafel zit.

 

Ja, nog een leuke bij evenementen: de dresscode. 

 

Ja, de dresscode. Er zijn heel wat uitgevonden dresscodes. Zo heb je, bijvoorbeeld, casual en casual chic. Eigenlijk bestaat het niet. Er zijn...

In de formele etiquette, heb je de morning suit, dat is wat wij eigenlijk, in de volksmond, de pitteleer noemen.

We hebben de black tie. Dat is, het woord zegt het zelf, een zwarte strik. Dus wat wij, in de volksmond, de smoking noemen.

Dan hebben we de white tie. Is zeer formeel. De witte strik. Zien we meestal op de Nobelprijs uitreiking en bij de opera en zo.

En dan hebben we eigenlijk, wat we noemen: stadskledij. Soms zijn daar wat verwarringen over, maar stadskledij is eigenlijk kostuum. Met das.

Dan hebben we ook nog avondkledij. Avondkledij is stadskledij, maar het verschil zijn de kleuren. Na 18:00 uur zou een heer, nooit geen streepjes of ruitjes dragen, bijvoorbeeld. Dat is avondkledij. Meestal donkere kleuren. Donkerblauw. Zwart zelfs.

Als we kijken naar business dresscode, is grijs perfect aanvaardbaar. A pin stripe, een krijtstreep, zoals ze dat noemen, perfect aanvaardbaar.

Wat we wel veel zien op evenementen, zijn, bijvoorbeeld, casual chic with a touch of gold. Of with a touch of pink. Dat is niet zozeer een dresscode, maar ik begrijp perfect waar het van komt. Het is conceptueel. En dan is het eigenlijk, een klein beetje, uw eigen inschatting. Want natuurlijk, een touch of gold, ja, een bermuda met gouden flip flops is ook een touch of gold.

Dus dan moet u, natuurlijk, de stijl van het evenement wat inschatten.

Ik zeg maar iets: als er een grote fiduciaire is, die een jaarlijks evenement geeft, wel, dan zouden we toch richting stadskledij gaan. Misschien met een gouden pochette, of zo. Dat zou wel leuk zijn.

Maar het is altijd aftoetsen en het is altijd afwegen. Er is eigenlijk geen correct antwoord.

 

Ja, want als er een dresscode gegeven is, dan is het nog relatief eenvoudig. Maar heel vaak heb je er ook gewoon geen en dan wordt het toch heel moeilijk om in te schatten.

 

Dan wordt het heel moeilijk.

 

Want ofwel ben je dan totaal overdressed.

 

Ja en dat is dan de keuze. Ga ik overdressed, of underdressed? Ik zou altijd kiezen voor overdressed, want stel u maar een keer de foto's voor, als u underdressed bent. Maar een heel...

 

Ik stel me die bermuda al meteen voor.

 

Ja, voilà. Ik zie mij al staan, naast de koning.

Maar het is eigenlijk heel simpel op te lossen, hoor. U vraagt het. U vraagt het gewoon aan de organisator: wat is de dresscode? Zo simpel is het. En als er enkele mensen zijn, die naar het evenement gaan, die u kent, pols even. Wat doen jullie aan? En opnieuw, het doel van etiquette, zoals gezegd in de eerste aflevering: u op uw gemak voelen.

 

Een reden tot frustratie, op heel wat evenementen, helaas, zijn de speeches.

 

Ja, wel, de speeches. Eerst en vooral: er zijn twee kanten aan een speech.

Er is de speaker, die een klein beetje rekening moet houden met het ritme van het evenement. Want een spreker mag soms niet vergeten, wat een invloed hij kan hebben op een evenement. Logistiek, catering, noem maar op.

Anderzijds is het ook de toeschouwer, die zijn onverdeelde aandacht dient te geven aan de spreker.

Want, ik doe heel wat toespraken en rondleidingen, bijvoorbeeld in de butlerschool. En niks is vervelender, dan mensen die erdoor praten.

Maar ik heb daar een goed trucje voor. Als uw onderwerp interessant genoeg is, dan begin ik stiller te praten. Zodanig dat de mensen die aan het praten zijn, de anderen storen. En dan horen we de anderen heel vaak zeggen: sshht.

 

Ja, ja, ja, ja.

 

Inderdaad, ja.

Maar nu, wat we ook veel zien in etiquette, en in België is dat een klein beetje een verloren kunst: in Engeland, bijvoorbeeld, worden sprekers aangekondigd. Als we een groot evenement hebben, met een moderator, zal dat sowieso gebeuren. Maar soms hebben we ook wel een keer: ting, ting, ting. En dat doen we best niet.

 

Oké, dat mag niet.

En wie mag eigenlijk een speech geven? Want soms heb je inderdaad de nonkel, die plots beseft, op een trouwfeest, van: ting, ting, ting, ik ga hier een speech geven.

 

Klopt inderdaad. Als we een speech geven, dan moet die effectief wel echt ingepland zijn. Ik zeg niet dat een spontane speech niet kan. Daar gaat het niet over. Maar als u de spreker bent van een spontane speech, hou het dan kort, heel kort. Want het is niet voorzien, dus opnieuw: die catering komt in het gevaar, andere zaken komen in het gevaar. Dus hou dat kort.

 

Ja.

Een evenement begint meestal bij de uitnodiging. En daar loopt het al meteen heel vaak mis. Hoe gaan we daarmee om? Hoe spreken we mensen aan op...

Welke aanhef gebruiken we bij de uitnodiging? Hoe gaan we om met r.s.v.p.'s? Hoe zit dat allemaal? 

 

Regel nummer één is: neem voldoende tijd. Zeker de dag van vandaag. Iedereen is druk, druk, druk.

Ja, als we, bijvoorbeeld, kijken naar een huwelijk, dan zien we meer en meer save-the-dates. Dat kan maanden op voorhand zijn, waar we gewoon zeggen van: dit zal de datum zijn.

Dan komt de officiële uitnodiging, zes tot acht weken voor een huwelijk, bijvoorbeeld.

Andere gelegenheden kunnen veel korter zijn. Als er al een uitnodiging is. Want soms, diners, bij u thuis, dat is meestal een sms'je. Of aan de bar, op vrijdagavond: kom zaterdag maar langs. Dan kan het al een keer fout lopen.

Qua aanhef, ja, dan hebben we meneer en mevrouw, uiteraard.

Maar als we naar titels gaan, hoe formeler het wordt, hoe protocolairder het wordt, eerlijk gezegd, dan moeten wij, soms, het ook opzoeken. Want in de Belgische titulatuur zijn meer dan 150 titels. In verschillende prioriteiten. Dat het zo ingewikkeld is, dat wij ook de literatuur moeten opzoeken.

 

Maar je volgt daar, op de adressering, al de hiërarchie van de gasten ook, hé? Eerst vrouw en dan man. Mevrouw en meneer.

 

Afhankelijk van als ze gehuwd zijn. Want, als ze niet gehuwd zijn, dan gaan we ze apart uitnodigen. Als ze gehuwd zijn, dan zal het veelal meneer en mevrouw, met de twee familienamen zijn. Al dan niet met een streepje tussen.

 

En dan de naam van mevrouw of meneer eerst?

 

De naam van meneer eerst.

 

Dan toch de...

 

Ja, de naam van meneer eerst. Absoluut.

 

Dan wordt het natuurlijk wel heel erg moeilijk, als je twee mannen of twee vrouwen hebt, die samen zijn. Want wie zet je dan eerst?

 

Dan zetten we: de heren.

En wie dan eigenlijk eerst genoteerd wordt, is afhankelijk van de relatie met die persoon. Ik zeg maar, bijvoorbeeld: we hebben twee heren. En één van de heren wordt uitgenodigd door zijn werk. Dan zal die persoon eerst vermeld worden. En dan eigenlijk de partner. Daar komt het op neer.

 

Oké.

R.s.v.p. Je moet laten weten of je komt, natuurlijk.

 

Inderdaad.

R.s.v.p. komt van het Franse répondez s'il vous plaît, antwoordt alstublieft.

Het minste wat we kunnen doen, als we uitgenodigd worden, is ja of nee antwoorden.

En soms heb je een r.s.v.p. die kan afgescheurd worden van de uitnodiging. Of een apart kaartje erbij. Stuur dat zo snel mogelijk terug.

Want, zoals u beter weet dan iedereen, een evenement: catering kost geld, plaatsen kosten geld, locaties kosten geld. Mensen moeten daar toch een inschatting kunnen van maken.

 

Ja, als je last-minute toch verhinderd bent, hoe laat je dat weten?

 

Ja, het academisch kwartiertje noemen ze dat ook soms, hé. En mensen vragen zich af: wat is dat nu? Wel, het academisch kwartiertje begint eigenlijk voor het aanvangsuur. Je mag eigenlijk vijf minuten te vroeg zijn. Of tien minuten te laat. Dat is het academisch kwartier.

Wanneer verwittig je, als je te laat bent? Dat verwittig je op het uur. Dus, stel bijvoorbeeld, diner start om zeven uur. En je ziet op je gps: het wordt twintig over zeven. Dan bellen we, of laten we het weten, om zeven uur exact, dat we later zullen zijn. Vijf voor zeven zijn we nog altijd niet te laat. Dus, om zeven uur.

Als we helemaal, echt last-minute, verhinderd zijn, dan gaan we dat natuurlijk zo snel mogelijk laten weten. En gaan we ook een duidelijke reden geven, als de privésfeer dat toelaat.

 

Ja. Ik ben naar een mooi evenement geweest. Dan is het misschien ook wel gepast, om de gastheer, achteraf, een bedankje te sturen.

 

Altijd. En dat is ook een vergeten kunst, uiteraard, hé. Dus, als dat nu gaat van een lunch, waar u uitgenodigd bent, tot een groot, mooi evenement, dan gaan we altijd de gastheer of gastvrouw, een bedanking sturen.

Niet in de vorm van een geschenk, maar geschreven. Bij voorkeur een kaartje. Als dat niet kan, op zijn minst een e-mail.

 

Vincent, dank je wel voor al je kennis te delen, in al deze afleveringen over etiquette.

 

Met veel plezier. Het was heel fijn.

 

En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties