Hoe moet het nu verder met de eventsector in Nederland?

In gesprek met Riemer Rijpkema, directeur CLC-vecta, over de huidige maatregelen, de onmacht, ... maar ook de toekomst. Strijdvaardigheid, onbegrip en hoop.

Kevin Van der Straeten
Reageer op deze tv aflevering

Heb je al een account op eventplanner.nl? Meld je aan
Heb je nog geen account? Schrijf je comment hieronder:

Ook beschikbaar als podcast:

Ook via podcast:

Listen on Google PodcastsListen on Apple PodcastsListen on Shopify

Transcript

Dag Riemer, welkom in de studio.


Goedemorgen Kevin.


Ik ga het erbij vermelden. Normaal gezien doe ik dat nooit in uitzendingen. Maar we nemen vandaag op, op dinsdag 31 augustus. En dat is belangrijk omdat we natuurlijk over maatregelen en zo verder gaan spreken. En het kan zijn dat tegen dat onze kijkers deze aflevering zien, er misschien weer, links of rechts, iets veranderd is. Maar laten we misschien starten, Riemer, met: wat is de huidige situatie in Nederland? Wat mag al? Wat mag nog niet? En wat staat er op de planning?


Ja, wat in Nederland mag, dat zal, denk ik, al bekend zijn. Het heeft natuurlijk te maken met het feit dat: we hebben voor beurzen en congressen een doorstroomregime. Je hebt te maken met twee derde bezetting en de verplichting om geplaceerd mensen te ontvangen.

We hebben een criterium van 750 mensen buiten. Dat mag dan alleen in een omgeving gebeuren die open is.

Dus ja, de beperkingen voor evenementen zijn natuurlijk volstrekt anders. En dat is natuurlijk het opmerkelijke, als je dat vergelijkt met België, waar 1 september gewoon heel veel mogelijk is. En voor ons is het...

Je kunt natuurlijk een aantal dingen organiseren, hé. Je kunt weer...

Bijvoorbeeld, als je even je richt op beurzen en congressen, dan kun je dat, zeg maar, met deze beperkingen weer opstarten. Maar het is natuurlijk gewoon heel moeilijk om aan deelnemers en bezoekers...

Ja, die hebben dan toch te maken met deze beperkende maatregelen. En die doen ze dan toch twijfelen of afwachten.

Maar het belangrijkste probleem in Nederland is dat de maatregelen altijd maar voor een korte termijn voorzien zijn. Dus dat betekent dat het plannen of het voorbereiden, ja, dat wordt daar ernstig door belemmerd. En dat betekent dat iedereen in een soort afwachtende modus zit. Waarbij men in heel veel gevallen ook op een bepaald moment gaat besluiten van: ja, ik doe toch niet meer mee. Of: ik ga het toch niet organiseren, want het is niet meer verantwoord.


Ja, want de volgende herziening van maatregelen is twintig september, zeker?


Ja, dan zou het in moeten gaan. Er is nu een persconferentie, zoals ik nu begrepen heb, gisteren, voorzien voor veertien september. En dan gaan we het horen. Maar gisteren hebben wij al begrepen dat de steunmaatregelen per dertig september eindigen.

Ja, daar had de regering wel heel daadkrachtig in opgetreden, door een aantal steunpakketten te faciliteren. En daarvan heeft men nu gezegd dat het economisch in heel veel sectoren wel goed gaat. Althans, dat wijzen de cijfers uit. Dat men zegt van: ja, dat moet de rechtvaardiging zijn van het feit dat wij met de pakketten stoppen.

Maar goed, ik denk dat met onvoldoende heeft geluisterd en zich verdiept heeft in onze sector. Dat dat iets is wat je gewoon niet zomaar kunt doen. Omdat je daarmee de problemen alleen maar verergert. Je kunt natuurlijk niet, als je achttien maanden geen inkomsten hebt gehad en je hebt heel je organisatie afgeslankt en je maakt gebruik van de steunmaatregelen maar die zijn all-over maar procentueel toereikend...

Je kunt niet morgen de deur opendraaien en denken: ik ben een paar dagen later weer in business. Dat is natuurlijk niet zo met evenementen.

 

Nee, je moet vaak maanden investeren om een productie op te zetten.


Ja, dat is wel een groot probleem. Dus daar moeten we echt mee aan de slag. Om te kijken of we daar nog het kabinet op andere gedachten kunnen krijgen. Toch in ieder geval zeker op het gebied van tegemoetkoming vaste lasten. Of we daar nog ondersteuning in kunnen krijgen.


Ja, want hoe kijk jij nu terug naar de afgelopen maanden?

Want jullie hebben als vakverenigingen heel erg gewerkt op proberen begrip te krijgen bij die overheid. Om maatregelen voor de sector los te krijgen.

Ik lees dan in de kranten: het ene moment is er goede dialoog, het andere moment moeten jullie toch weer op straat. Met de protesten die er geweest zijn. Hoe blik je daarop terug? Ben je uiteindelijk tevreden van wat jullie als vakvereniging hebben kunnen bereiken? Of heb je toch het gevoel dat er niet echt geluisterd werd?


Ja nou, de vraag, die stel je nu echt op het moment dat wij eigenlijk heel zwaar teleurgesteld zijn. Als branche. Als sectoren. We hebben natuurlijk in de afgelopen weken, zeg maar maanden...

Kijk, we hadden hetzelfde gevoel. Dat wij...

Tot en met de verruimingen van 26 juni zaten wij goed in overleg met elkaar. En toen werden we verrast, na 26 juni. Een paar weken later. Met een nieuwe persconferentie waar alles werd teruggedraaid. En sindsdien gaat het heel moeizaam. En zien wij nu ook voor ons de hoge...

Er is natuurlijk heel veel onbegrip. Waarom bepaalde zaken wel kunnen en bepaalde zaken niet kunnen in Nederland. Dus het is goed dat je bepaalde zaken laat doorgaan. Maar dan vraag je je wel af waarom dan bepaalde zaken, die vergelijkbaar zijn of mogelijkerwijs minder risicovol, niet kunnen. En daar zijn, natuurlijk, door ons allerlei vragen over gesteld. Er is ook heel veel informatie geleverd over de financiële positie van bedrijven. Ook met betrekking op bouw schuldenlast et cetera. Waarom een TVL uitermate belangrijk is. En je merkt nu gewoon, in die afgelopen periode, dat we gewoon geen antwoorden krijgen.

En we zitten natuurlijk, in Nederland, in een heel complexe situatie. Een formatie die maar niet van de grond komt. De Afghanistan-crisis. Een toeslagen-affaire. Nu vanmorgen weer een minister die naar een vaste baan gaat bij een andere instantie. Dus dat betekent dat er allerlei mensen wisselen van posities in een kabinet. Wat al demissionair is. Nou goed, het is iets waar de Belgen, denk ik, wel veel ervaring mee hebben.


Wij hebben daar wel wat ervaring mee, ja.


Ja, maar voor ons is dat toch wel...

Dit is toch wel nieuw. In deze mate. Alsook het bij elkaar komen van allerlei problemen. In deze, zeg maar...

In deze pandemie. Ja, dat maakt het wel uitermate complex, moet ik zeggen. En dat betekent ook dat men de tijd moet verdelen. Ja, misschien werkt dat ook wel, zeg maar, wat verwarrende besluitvorming in de hand. Maar daar hebben we natuurlijk wel met elkaar last van.

En als je dan zegt: hoe kijk je daarop terug? Nou, de laatste twee maanden zijn wij echt heel bezorgd over, zeg maar, het gesprek dat we met de overheid hebben. En de uitkomst. Dus wij gaan nu binnenkort weer met elkaar aan tafel. Maar goed, dan moet het echt om antwoorden gaan. Want anders heeft dat gewoon geen zin.

 

Ja, want wat is op dit moment jullie concrete vraag aan het kabinet? Wat zouden jullie graag zien gebeuren?


Nou, de belangrijkste vraag is natuurlijk gewoon dat wij 20 september gewoon open kunnen. Dat die anderhalve meter eraf gaat. En dat we weer kunnen ondernemen. En dat heel specifiek met ons gesproken wordt of gekeken wordt van: waar moet je nou met elkaar nog afspraken maken? Over, bijvoorbeeld, het aanpassen van die tegemoetkoming vaste lasten. En wat ga je doen met al die schulden die die bedrijven hebben opgebouwd? Hoe ga je zorgen dat dat op een goede wijze kan worden terugbetaald? Of hoe ga je daarmee om? Met wat voor regeling? Waardoor die bedrijven ook weer kunnen ondernemen. En kunnen investeren in innovatie, wat nodig zal zijn. Want anders is men straks alleen aan het terugbetalen maar kan men niet mee in de concurrentie of in de competitie. En dan gaat met uiteindelijk toch afvallen. En dat mag toch niet de bedoeling zijn. Dus op die twee onderwerpen gaan we concreet inzoomen.

En vanzelfsprekend komt daarna natuurlijk het feit dat we, als we die antwoorden hebben, dat men bereid is om daar met ons naar te kijken, om te kijken: ja, hoe gaan we met elkaar naar het herstel kijken? Want het is niet zo dat de problematiek en het gat dat geslagen is, de afgelopen achttien maanden, dat we dat even dichten. Daar zullen we toch met elkaar afspraken over moeten maken. Van: hoe gaan we dat herstellen met elkaar?


Ja, want nu we bij dat herstel aankomen. Hoe kijk je daarnaar?

Want je hebt het in het begin van het gesprek al gezegd: heel veel bedrijven zijn afgeslankt. Er is ook heel wat talent uit onze sector vertrokken. Dat zien we nu ook, hé. Doordat er toch terug stilaan hoop komt, er gaat terug meer mogen, zien we ook heel veel vacatures terug online komen. Omdat bedrijven dat talent terug nodig hebben, om ook effectief op te starten. Hoe kijk jij daarnaar? Gaan we die mensen terug overtuigen om in de sector te komen? Of gaan we daar toch met een probleem komen te zitten?


Ja kijk, wat jij zegt klopt helemaal. Het was natuurlijk al een uitdaging. Om mensen weer terug in de sector te krijgen, die hun baan verloren hadden. Of zelfstandige event professionals, waarbij contracten zijn beëindigd. Iedereen heeft natuurlijk naar alternatieven gezocht. Alternatieven gevonden.

Rondom 26 juni was er natuurlijk enorm veel enthousiasme, omdat eigenlijk alles weer kon, bijna. Je kon weer gewoon evenementen gaan opstarten. Zakelijk en publiek. Maar een paar weken later is dat natuurlijk weer de grond in geboord. En dat heeft een enorme klap gegeven in het vertrouwen. En je moet je voorstellen dat...

Heel veel mensen hebben natuurlijk allerlei verplichtingen. Die moeten gewoon heel goed nadenken over: welk risico wil je nemen in deze tijd? En dat is, denk ik, ook wel heel bepalend. Wil men terug stappen in de sector?

En dat betekent dat we met elkaar aan de slag moeten. Om weer te werken aan die basis van vertrouwen. Waardoor men ook weer met vertrouwen terugkomt in die sector, waar men het liefst in werkt. Maar men is, natuurlijk, daar toch wel voorzichtig in. Omdat het ook weer niet zeker is dat, als men de huidige baan opgeeft en men gaat terug in de sector en het blijkt dan uiteindelijk toch weer problematisch te worden of er komen toch weer beperkingen, wat mogelijk weer consequenties voor de baan heeft....

Ja, ik kan me voorstellen dat men daar terughoudend in is. Dus daar moeten we mee aan de slag gaan. Dat vertrouwen. Om daar weer aan te werken.

 

Ja, wat is de boodschap die jullie op dit moment aan jullie leden meegeven?


Nou, het is zo dat...

Veel leden hebben in die achttien maanden...

Ondernemers hebben hun maatregelen getroffen. Hun plan getrokken. Als je dat nog niet gedaan hebt, ja, dan is dat natuurlijk niet zo'n goed teken.

Die hebben natuurlijk genegotieerd. Die hebben geprobeerd zoveel mogelijk te anticiperen waar alle mogelijkheden zijn. Op een aantal gebieden gaat dat natuurlijk niet. Kun je niet je business model veranderen. Ja, wat voor boodschap kan je eigenlijk geven, hé? Op dit moment.

Wij zijn aan het knokken om te zorgen dat we weer in een omgeving komen waardoor we weer kunnen gaan organiseren. Dat we kunnen gaan doen waar we goed in zijn en waar de maatschappij ook naar snakt. Of dat nu voor een publieksevenement is of het is voor zakelijke bijeenkomsten. Om weer bij elkaar te komen, kennis te delen of zaken te kunnen doen. Ja, we hebben niet echt een specifieke boodschap. Want ik denk dat...

Er is al zoveel gezegd en zoveel gedaan. Iedereen moet voor zichzelf zijn bedrijf zo lenig mogelijk inrichten. En kijken of hij hier doorheen kan komen. En uiteindelijk zijn eigen beslissingen nemen. Hoe hierop te anticiperen. Het is echt heel moeilijk om hier een soort generieke boodschap voor uit te spreken. Die voor mensen er ook toe doet.


Nee, dat begrijp ik.

Ik hoop in ieder geval dat er voor jullie snel ook groen licht mag komen. Zoals je daarstraks aangaf. Riemer, ontzettend dank voor deze update.


Ja, ik wil één ding nog zeggen. Als dat mag nog.


Ja, tuurlijk, Natuurlijk mag je dat nog.


Wat in Nederland natuurlijk wel tot echt opperste verbazing leidt, is het feit dat de Fieldlab uitkomsten in België zijn gedeeld, ook met parlementariërs, heb ik begrepen. En dat daar ook naar gekeken is. En dat die uitkomsten ook meegenomen zijn in de besluitvorming in België. Het is toch...

Ja, hoe zal ik het zeggen? Je kunt je toch niet voorstellen dat men elders daarmee aan de slag gaat? En in het land waar het initiatief is genomen, ook op initiatief of in overleg of in samenwerking met vier ministeries, en topsectoren en de branche, dat je daar, zeg maar, niet op dezelfde wijze wat van terugziet. Dat is toch wel echt heel onbegrijpelijk.


Ja, want ik weet, toen jullie met Fieldlab startten, wij vanuit België een beetje jaloers zaten te kijken.

Van: knap wat ze daar aan het doen zijn. Maar het is dan inderdaad jammer te horen dat daar in Nederland minder rekening mee gehouden is, dan uitgerekend over de grens.


Ja en dat wakker natuurlijk toch het onbegrip, de frustratie, de onmacht die er op dit moment is...

Ja, men ziet...

Ja, wat men ook kan verwachten voor de komende periode. Men ziet gewoon zo'n sector...

Die ziet men gewoon...

Ja, dat was eerst afbrokkelen maar dat gaat nu gewoon versneld gebeuren. Als wij 20 september niet gewoon weer kunnen gaan organiseren, zonder die anderhalve meter.

En ja, de Fieldlab uitkomsten, feitelijk hebben die onderbouwd dat dat gerechtvaardigd is, om dat te kunnen doen. Binnen veilige kaders die we met elkaar overeen zijn gekomen. Dus ja, vandaar kan je je voorstellen dat wij natuurlijk tandenknarsend en vol onbegrip kijken hoe het bij onze Zuiderburen wel kan.


Ja maar hoe komt dat dan? Want je zegt het net. Die Fieldlabs, dat is mee het initiatief van die kabinetten. Is daar dan iets veranderd? Of was dat eerder een soort showparadepaard?


Nou, nee. Kijk, dat is allemaal heel serieus geweest.

Men haast zich natuurlijk vooral te zeggen dat dat nog steeds zo is. Alleen, wij krijgen onvoldoende concrete antwoorden waarom wij, feitelijk, die uitkomsten niet terugzien in beleid. Of in maatregelen. En dat is op dit moment natuurlijk een uitermate grote frustratie. Dat er op onze vragen geen antwoorden worden gegeven.

Kijk, als een antwoord komt en je kunt in ieder geval met elkaar in gesprek over de argumenten, op basis van argumenten, dan wordt het al anders. Maar zover komen we niet. En dat voedt natuurlijk die onmacht en die frustratie en onbegrip. Ook in relatie tot evenementen die nu wel kunnen. En prima dat dat zo is. Alleen, andere kunnen niet. En dan, ja, snap je? Dus, mensen begrijpen dat niet.


Nee en dan kom je ook weer in situaties dat er weer rechtszaken en zo verder gaan komen. En ja, dat is begrijpelijk Maar het helpt ook niet echt de sector vooruit.


Nee, dus we hebben, denk ik, wel nog een weg te gaan. Gezamenlijk. En we zullen met belangstelling volgen, natuurlijk, hoe het bij jullie gaat. Maar we hopen intussen dat we zelf ook vanaf 20 september weer aan de slag kunnen.


Oké, dat hopen wij samen met jullie.

Riemer, dank voor de update en we spreken elkaar snel weer.


Heel graag, dank je wel, Kevin.


En u, beste kijker, bedankt voor het kijken en alweer tot volgende week.

Advertenties